Om de zoveel tijd is er weer eens een nieuwsitem waardoor het vraagstuk van m/v diversiteit in de spotlight staat. En steeds wordt de discussie vrij oppervlakkig gevoerd. Het lijkt erop dat iedereen maar wat bedenkt; vooral over wat de anderen wel/niet moeten doen. Mannen schuiven richting vrouwen, politiek schuift richting vrouwen of organisaties, vrouwen schuiven richting mannen. Organisaties schuiven ….
Er blijft weinig over eigen verantwoordelijkheid.
We zijn er het allemaal mee eens dat het niet opschiet. Ik herinner me hoe mijn moeder goede hoop had dat mijn generatie deze noot zou kraken – maar van haar generatie naar de mijne is het aantal vrouwen in de Raden van Besturen slechts gestegen van 1,5% tot 7%. En de meest optimistische verwachtingen geven aan dat de generatie van mijn dochter zal opschieten tot 12%.
Ik zie hoe haar generatie een hele lijst aan uitdagingen erft. Het klimaatprobleem, watersnood en de vergrijzing. En nu ook diversiteit als probleem. Geen wonder dat mijn dochter onlangs cynisch verzuchtte: “Heeft jouw generatie enig probleem ooit opgelost?”.
Het is duidelijk dat we dit vraagstuk niet als een estafettestokje kunnen overdragen van een instantie naar de andere. We moeten vooral niet proberen het probleem over te dragen naar de volgende generatie – het is naïef om te denken dat het in de (verre) toekomst ‘vanzelf’ zal veranderen. De gevestigde orde selecteert immers zelf haar opvolgers. Zolang de vastberadenheid er bij de top en de politiek niet is, zal die als vanouds blijven kiezen voor een witte man. We moeten er daarom voor zorgen dat er meer rolmodellen zijn waar de nieuwe generatie vrouwen en mannen zich aan kan spiegelen en waar ze van kan leren.
– Bercan Günel